Historie Sennenhondenrassen

Herkomst

Over de herkomst van de Zwitserse Sennenhonden zijn de meningen verdeeld. Bekend is in elk geval dat deze boerenhonden al lange tijd voorkwamen in de dalen van de Zwitserse Alpen en in het midden van Zwitserland. De honden werden vooral gefokt al naar gelang het doel waar voor zij nodig waren en niet om hun uiterlijk. Zwitserland met zijn vele bergen en dalen was niet rijk en de boeren moesten met weinig toe komen. De landbouw was in vele delen van het land erg beperkt. De industriële ontwikkeling nog niet op gang. Honden waren goedkoper dan bijvoorbeeld een jongen om voor je te hebben werken. Zij waren op de boerderijen zeer gewaardeerd als veedrijvers, herdershond en als waakhond. (Honden die ongeschikt waren voor hun werk werden opgegeten). Eigenlijk was men zich nauwelijks bewust van deze honden. In de 19e eeuw ontstond er belangstelling voor rashonden vooral natuurlijk in de welgestelde kringen. Inmiddels begon ook de industrie zich te ontwikkelen en was er minder “werk” voor de gewone boerenhonden met hun toch wel bijzondere eigenschappen. Nadat het land werd overspoeld door nieuwe buitenlandse rassen kreeg men weer interesse in deze erfhonden met hun speciale kwaliteiten. Professor Dr. A. Heim is toen begonnen met een onderzoek. Door inventarisatie bleek dat er van sommige typen nog maar enkele exemplaren rondliepen. Hij besloot op zoek te gaan naar representanten van de “boerenhonden”. Hij deed dat door allerlei jaarmarkten af te stropen en geïsoleerde gebieden te bezoeken, waar de boeren nog veel waarde hechtten aan deze goede gebruikshonden.

 

Ontwikkeling van de Sennenhondenrassen

Er waren een aantal verschillende typen. Dr. Heim trof in 1898 een heel behoorlijk aantal aan in het kanton Appenzell (30 stuks) tijdens een jaarmarkt. Het waren exemplaren van de Tryberli (drijver)
De honden waren weinig uniform van uiterlijk. Met deze honden werd een nieuw fokprogramma op gesteld om meer eenheid te krijgen in de uiterlijke verschijning. Toen dat eenmaal lukte moest er natuurlijk een nieuwe rasnaam worden vastgesteld. Men heeft toen gekozen voor Sennenhond. Een Senne is een veehouder die ’s zomers op de Alpenweides woont en in de late herfst naar de dalen terugkeert met zijn dieren. Hij woont dan tegen betaling op grote boerenhofsteden. Verder werden er, omdat er meerdere typen gevonden waren, toevoegingen gemaakt naar gelang het gebied waar zij het meest werden aangetroffen. Voor de Tryberli was dit het gebied rond Appenzell. Hiermee was de naam Appenzeller Sennenhond geboren. In deze groep werden ook honden ingedeeld, die later als Entlebucher werden geclassificeerd .

Een aantal jaren later kwam hij met een aantal andere exemplaren van deze honden met een andere bouw: groter, forser en langharig. Zij stonden bekend als Dürrbächler, genoemd naar het dorp en omgeving van Dürrbach, waar zij veel voorkwamen. Zij waren vooral geliefd als trekhond bij kaasmakerijen en handelsreizigers. Zij waren de trots van menige boerenjongen. Ook met deze groep is hij verder gegaan en in 1904 kon hij het nieuwe ras: de Berner Sennenhond voorstellen. Afkomstig uit gebieden ten zuiden van Bern. De groep is uit eindelijk de meest verbreide rasgroep geworden.

In 1908 had hij twee exemplaren van een ras dat bekend was als Metzgerhund. Een robuuste hond, die vooral geliefd was bij handelsreizigers en veehandelaren. Zij hebben een rustige uitstraling en zijn onomkoopbaar. Zij werden naast waakhond vooral ook als trekhond gebruikt. Aangezien zij in het gehele land verspreid voorkwamen, werd gekozen voor de naam Grote Zwitserse Sennenhond.

In 1889 werd in een artikel melding gemaakt van ander type, bekend als Schärlig vooral aangetroffen in het gebied van de Entle en de Schärligbach. Deze honden werden beschreven als qua hoogte lijkend op een Laufhund en met gecoupeerde of aangeboren korte staart. Zij stonden bekend om hun vrolijk karakter karakter Helaas heeft de redactie het artikel niet gepubliceerd en is het enige tijd in een map blijven liggen. In 1914 kwam Prof. Heim echter met een artikel waarin hij deze Schärlig als Entlebucher Sennenhond voorstelt. Tot dat moment waren zij ingedeeld bij de Appenzellers. Een veel gemaakte grap was dan ook: Goh wat heeft u een prachtige Appenzeller, maar wat jammer dat u het mooiste wat de hond bezit, “zijn posthoorntje”, er af heeft gehaald.

Kijk verder in Vergelijking Sennenhondenrassen naar het karakter van de Sennenhonden en naar de onderlinge overeenkomsten en verschillen.